De of het handbreedte?
De handbreedte
Is het de of het handbreedte
In de Nederlandse taal gebruiken wij de handbreedte.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: handspan
Deutsch: Handbreit | Bekijk of het der of die Handbreit is.
Français: palme | Bekijk of het Le o La palme is.
Jou of jouw: jouw handbreedte
Buigings-e:
Mooi of mooie handbreedte
Groot of grote handbreedte
Half of halve handbreedte
Grappig of grappige handbreedte
Leeg of lege handbreedte
leuk of leuke handbreedte
Vet of vette handbreedte
Snel of snelle handbreedte
Wit of witte handbreedte
Klein of kleine handbreedte
Rood of rode handbreedte
Dik of dikke handbreedte
Oud of oude handbreedte
Goed of goede handbreedte
Wat rijmt er op handbreedte
Elk of elke: Elke handbreedte
Aanwijzend voornaamwoord: Die handbreedte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze handbreedte
Wat rijmt er op handbreedte
Buigings-e:
Mooi of mooie handbreedte
Groot of grote handbreedte
Half of halve handbreedte
Grappig of grappige handbreedte
Leeg of lege handbreedte
leuk of leuke handbreedte
Vet of vette handbreedte
Snel of snelle handbreedte
Wit of witte handbreedte
Klein of kleine handbreedte
Rood of rode handbreedte
Dik of dikke handbreedte
Oud of oude handbreedte
Goed of goede handbreedte
Wat rijmt er op handbreedte
Elk of elke: Elke handbreedte
Aanwijzend voornaamwoord: Die handbreedte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze handbreedte
Wat rijmt er op handbreedte
Oefening van de dag