De of het hangjongeren?
Het hangjongeren
Is het de of het hangjongeren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het hangjongeren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: loitering
Deutsch: Bummeln | Bekijk of het der of die Bummeln is.
Français: flânage | Bekijk of het Le o La flânage is.
Jou of jouw: jouw hangjongeren
Buigings-e:
Mooi of mooie hangjongeren
Groot of grote hangjongeren
Half of halve hangjongeren
Grappig of grappige hangjongeren
Leeg of lege hangjongeren
leuk of leuke hangjongeren
Vet of vette hangjongeren
Snel of snelle hangjongeren
Wit of witte hangjongeren
Klein of kleine hangjongeren
Rood of rode hangjongeren
Dik of dikke hangjongeren
Oud of oude hangjongeren
Goed of goede hangjongeren
Wat rijmt er op hangjongeren
Elk of elke: Elk hangjongeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat hangjongeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons hangjongeren
Wat rijmt er op hangjongeren
Buigings-e:
Mooi of mooie hangjongeren
Groot of grote hangjongeren
Half of halve hangjongeren
Grappig of grappige hangjongeren
Leeg of lege hangjongeren
leuk of leuke hangjongeren
Vet of vette hangjongeren
Snel of snelle hangjongeren
Wit of witte hangjongeren
Klein of kleine hangjongeren
Rood of rode hangjongeren
Dik of dikke hangjongeren
Oud of oude hangjongeren
Goed of goede hangjongeren
Wat rijmt er op hangjongeren
Elk of elke: Elk hangjongeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat hangjongeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons hangjongeren
Wat rijmt er op hangjongeren
Oefening van de dag