De hosttabel
Is het de of het hosttabel
In de Nederlandse taal gebruiken wij de hosttabel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: host table
Jou of jouw: jouw hosttabel
Buigings-e:
Mooi of mooie hosttabel
Groot of grote hosttabel
Half of halve hosttabel
Grappig of grappige hosttabel
Leeg of lege hosttabel
leuk of leuke hosttabel
Vet of vette hosttabel
Snel of snelle hosttabel
Wit of witte hosttabel
Klein of kleine hosttabel
Rood of rode hosttabel
Dik of dikke hosttabel
Oud of oude hosttabel
Goed of goede hosttabel
Wat rijmt er op hosttabel
Elk of elke: Elke hosttabel
Aanwijzend voornaamwoord: Die hosttabel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hosttabel
Wat rijmt er op hosttabel
Oefening van de dag