De of het hotelaccomodatie?
De hotelaccomodatie
Is het de of het hotelaccomodatie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de hotelaccomodatie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: hotel accommodation
Jou of jouw: jouw hotelaccomodatie
Buigings-e:
Mooi of mooie hotelaccomodatie
Groot of grote hotelaccomodatie
Half of halve hotelaccomodatie
Grappig of grappige hotelaccomodatie
Leeg of lege hotelaccomodatie
leuk of leuke hotelaccomodatie
Vet of vette hotelaccomodatie
Snel of snelle hotelaccomodatie
Wit of witte hotelaccomodatie
Klein of kleine hotelaccomodatie
Rood of rode hotelaccomodatie
Dik of dikke hotelaccomodatie
Oud of oude hotelaccomodatie
Goed of goede hotelaccomodatie
Wat rijmt er op hotelaccomodatie
Elk of elke: Elke hotelaccomodatie
Aanwijzend voornaamwoord: Die hotelaccomodatie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hotelaccomodatie
Wat rijmt er op hotelaccomodatie
Buigings-e:
Mooi of mooie hotelaccomodatie
Groot of grote hotelaccomodatie
Half of halve hotelaccomodatie
Grappig of grappige hotelaccomodatie
Leeg of lege hotelaccomodatie
leuk of leuke hotelaccomodatie
Vet of vette hotelaccomodatie
Snel of snelle hotelaccomodatie
Wit of witte hotelaccomodatie
Klein of kleine hotelaccomodatie
Rood of rode hotelaccomodatie
Dik of dikke hotelaccomodatie
Oud of oude hotelaccomodatie
Goed of goede hotelaccomodatie
Wat rijmt er op hotelaccomodatie
Elk of elke: Elke hotelaccomodatie
Aanwijzend voornaamwoord: Die hotelaccomodatie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hotelaccomodatie
Wat rijmt er op hotelaccomodatie
Oefening van de dag