De of het huismannetje?
Het huismannetje
Is het de of het huismannetje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het huismannetje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: housekeeper
Jou of jouw: jouw huismannetje
Buigings-e:
Mooi of mooie huismannetje
Groot of grote huismannetje
Half of halve huismannetje
Grappig of grappige huismannetje
Leeg of lege huismannetje
leuk of leuke huismannetje
Vet of vette huismannetje
Snel of snelle huismannetje
Wit of witte huismannetje
Klein of kleine huismannetje
Rood of rode huismannetje
Dik of dikke huismannetje
Oud of oude huismannetje
Goed of goede huismannetje
Wat rijmt er op huismannetje
Elk of elke: Elk huismannetje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat huismannetje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons huismannetje
Wat rijmt er op huismannetje
diakenhuismannetje -
Buigings-e:
Mooi of mooie huismannetje
Groot of grote huismannetje
Half of halve huismannetje
Grappig of grappige huismannetje
Leeg of lege huismannetje
leuk of leuke huismannetje
Vet of vette huismannetje
Snel of snelle huismannetje
Wit of witte huismannetje
Klein of kleine huismannetje
Rood of rode huismannetje
Dik of dikke huismannetje
Oud of oude huismannetje
Goed of goede huismannetje
Wat rijmt er op huismannetje
Elk of elke: Elk huismannetje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat huismannetje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons huismannetje
Wat rijmt er op huismannetje
diakenhuismannetje -
Oefening van de dag