De of het hulpwerkwoord?
Het hulpwerkwoord
Is het de of het hulpwerkwoord
In de Nederlandse taal gebruiken wij het hulpwerkwoord.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: auxiliary verb
Deutsch: hilfsverb | Bekijk of het der of die hilfsverb is.
Français: verbe auxiliaire | Bekijk of het Le o La verbe auxiliaire is.
Jou of jouw: jouw hulpwerkwoord
Buigings-e:
Mooi of mooie hulpwerkwoord
Groot of grote hulpwerkwoord
Half of halve hulpwerkwoord
Grappig of grappige hulpwerkwoord
Leeg of lege hulpwerkwoord
leuk of leuke hulpwerkwoord
Vet of vette hulpwerkwoord
Snel of snelle hulpwerkwoord
Wit of witte hulpwerkwoord
Klein of kleine hulpwerkwoord
Rood of rode hulpwerkwoord
Dik of dikke hulpwerkwoord
Oud of oude hulpwerkwoord
Goed of goede hulpwerkwoord
Wat rijmt er op hulpwerkwoord
Elk of elke: Elk hulpwerkwoord
Aanwijzend voornaamwoord: Dat hulpwerkwoord
Bezittelijk voornaamwoord: Ons hulpwerkwoord
Wat rijmt er op hulpwerkwoord
Buigings-e:
Mooi of mooie hulpwerkwoord
Groot of grote hulpwerkwoord
Half of halve hulpwerkwoord
Grappig of grappige hulpwerkwoord
Leeg of lege hulpwerkwoord
leuk of leuke hulpwerkwoord
Vet of vette hulpwerkwoord
Snel of snelle hulpwerkwoord
Wit of witte hulpwerkwoord
Klein of kleine hulpwerkwoord
Rood of rode hulpwerkwoord
Dik of dikke hulpwerkwoord
Oud of oude hulpwerkwoord
Goed of goede hulpwerkwoord
Wat rijmt er op hulpwerkwoord
Elk of elke: Elk hulpwerkwoord
Aanwijzend voornaamwoord: Dat hulpwerkwoord
Bezittelijk voornaamwoord: Ons hulpwerkwoord
Wat rijmt er op hulpwerkwoord
Oefening van de dag