De of het huwelijksbeletsel?
Het huwelijksbeletsel
Is het de of het huwelijksbeletsel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het huwelijksbeletsel.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: impediment to marriage
Deutsch: Ehefähigkeits | Bekijk of het der of die Ehefähigkeits is.
Français: empêchement au mariage | Bekijk of het Le o La empêchement au mariage is.
Jou of jouw: jouw huwelijksbeletsel
Buigings-e:
Mooi of mooie huwelijksbeletsel
Groot of grote huwelijksbeletsel
Half of halve huwelijksbeletsel
Grappig of grappige huwelijksbeletsel
Leeg of lege huwelijksbeletsel
leuk of leuke huwelijksbeletsel
Vet of vette huwelijksbeletsel
Snel of snelle huwelijksbeletsel
Wit of witte huwelijksbeletsel
Klein of kleine huwelijksbeletsel
Rood of rode huwelijksbeletsel
Dik of dikke huwelijksbeletsel
Oud of oude huwelijksbeletsel
Goed of goede huwelijksbeletsel
Wat rijmt er op huwelijksbeletsel
Elk of elke: Elk huwelijksbeletsel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat huwelijksbeletsel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons huwelijksbeletsel
Wat rijmt er op huwelijksbeletsel
Buigings-e:
Mooi of mooie huwelijksbeletsel
Groot of grote huwelijksbeletsel
Half of halve huwelijksbeletsel
Grappig of grappige huwelijksbeletsel
Leeg of lege huwelijksbeletsel
leuk of leuke huwelijksbeletsel
Vet of vette huwelijksbeletsel
Snel of snelle huwelijksbeletsel
Wit of witte huwelijksbeletsel
Klein of kleine huwelijksbeletsel
Rood of rode huwelijksbeletsel
Dik of dikke huwelijksbeletsel
Oud of oude huwelijksbeletsel
Goed of goede huwelijksbeletsel
Wat rijmt er op huwelijksbeletsel
Elk of elke: Elk huwelijksbeletsel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat huwelijksbeletsel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons huwelijksbeletsel
Wat rijmt er op huwelijksbeletsel
Oefening van de dag
