De of het huwelijksbootje?
Het huwelijksbootje
Is het de of het huwelijksbootje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het huwelijksbootje.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: married
Deutsch: verheiratet | Bekijk of het der of die verheiratet is.
Français: a épousé | Bekijk of het Le o La a épousé is.
Jou of jouw: jouw huwelijksbootje
Buigings-e:
Mooi of mooie huwelijksbootje
Groot of grote huwelijksbootje
Half of halve huwelijksbootje
Grappig of grappige huwelijksbootje
Leeg of lege huwelijksbootje
leuk of leuke huwelijksbootje
Vet of vette huwelijksbootje
Snel of snelle huwelijksbootje
Wit of witte huwelijksbootje
Klein of kleine huwelijksbootje
Rood of rode huwelijksbootje
Dik of dikke huwelijksbootje
Oud of oude huwelijksbootje
Goed of goede huwelijksbootje
Wat rijmt er op huwelijksbootje
Elk of elke: Elk huwelijksbootje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat huwelijksbootje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons huwelijksbootje
Wat rijmt er op huwelijksbootje
Buigings-e:
Mooi of mooie huwelijksbootje
Groot of grote huwelijksbootje
Half of halve huwelijksbootje
Grappig of grappige huwelijksbootje
Leeg of lege huwelijksbootje
leuk of leuke huwelijksbootje
Vet of vette huwelijksbootje
Snel of snelle huwelijksbootje
Wit of witte huwelijksbootje
Klein of kleine huwelijksbootje
Rood of rode huwelijksbootje
Dik of dikke huwelijksbootje
Oud of oude huwelijksbootje
Goed of goede huwelijksbootje
Wat rijmt er op huwelijksbootje
Elk of elke: Elk huwelijksbootje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat huwelijksbootje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons huwelijksbootje
Wat rijmt er op huwelijksbootje
Oefening van de dag