De of het i?
De i
Is het de of het i
In de Nederlandse taal gebruiken wij de i.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: I
Deutsch: ICH A | Bekijk of het der of die ICH A is.
Français: Je | Bekijk of het Le o La Je is.
Jou of jouw: jouw i
Buigings-e:
Mooi of mooie i
Groot of grote i
Half of halve i
Grappig of grappige i
Leeg of lege i
leuk of leuke i
Vet of vette i
Snel of snelle i
Wit of witte i
Klein of kleine i
Rood of rode i
Dik of dikke i
Oud of oude i
Goed of goede i
Wat rijmt er op i
Elk of elke: Elke i
Aanwijzend voornaamwoord: Die i
Bezittelijk voornaamwoord: Onze i
Wat rijmt er op i
XIII - zeeklei - cli -
Buigings-e:
Mooi of mooie i
Groot of grote i
Half of halve i
Grappig of grappige i
Leeg of lege i
leuk of leuke i
Vet of vette i
Snel of snelle i
Wit of witte i
Klein of kleine i
Rood of rode i
Dik of dikke i
Oud of oude i
Goed of goede i
Wat rijmt er op i
Elk of elke: Elke i
Aanwijzend voornaamwoord: Die i
Bezittelijk voornaamwoord: Onze i
Wat rijmt er op i
XIII - zeeklei - cli -
Oefening van de dag