De of het ijssla?
De ijssla
Is het de of het ijssla
In de Nederlandse taal gebruiken wij de ijssla.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: iceberg lettuce
Deutsch: Eisbergsalat | Bekijk of het der of die Eisbergsalat is.
Français: laitue iceberg | Bekijk of het Le o La laitue iceberg is.
Jou of jouw: jouw ijssla
Buigings-e:
Mooi of mooie ijssla
Groot of grote ijssla
Half of halve ijssla
Grappig of grappige ijssla
Leeg of lege ijssla
leuk of leuke ijssla
Vet of vette ijssla
Snel of snelle ijssla
Wit of witte ijssla
Klein of kleine ijssla
Rood of rode ijssla
Dik of dikke ijssla
Oud of oude ijssla
Goed of goede ijssla
Wat rijmt er op ijssla
Elk of elke: Elke ijssla
Aanwijzend voornaamwoord: Die ijssla
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ijssla
Wat rijmt er op ijssla
Buigings-e:
Mooi of mooie ijssla
Groot of grote ijssla
Half of halve ijssla
Grappig of grappige ijssla
Leeg of lege ijssla
leuk of leuke ijssla
Vet of vette ijssla
Snel of snelle ijssla
Wit of witte ijssla
Klein of kleine ijssla
Rood of rode ijssla
Dik of dikke ijssla
Oud of oude ijssla
Goed of goede ijssla
Wat rijmt er op ijssla
Elk of elke: Elke ijssla
Aanwijzend voornaamwoord: Die ijssla
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ijssla
Wat rijmt er op ijssla
Oefening van de dag