De of het infectiegevaar?

Het infectiegevaar

Is het de of het infectiegevaar

In de Nederlandse taal gebruiken wij het infectiegevaar.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: risk of infection
Deutsch: Ansteckungsgefahr | Bekijk of het der of die Ansteckungsgefahr is.
Français: risque d'infection | Bekijk of het Le o La risque d'infection is.

Jou of jouw: jouw infectiegevaar

Buigings-e:
Mooi of mooie infectiegevaar
Groot of grote infectiegevaar
Half of halve infectiegevaar
Grappig of grappige infectiegevaar
Leeg of lege infectiegevaar
leuk of leuke infectiegevaar
Vet of vette infectiegevaar
Snel of snelle infectiegevaar
Wit of witte infectiegevaar
Klein of kleine infectiegevaar
Rood of rode infectiegevaar
Dik of dikke infectiegevaar
Oud of oude infectiegevaar
Goed of goede infectiegevaar
Wat rijmt er op infectiegevaar

Elk of elke: Elk infectiegevaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat infectiegevaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons infectiegevaar
Wat rijmt er op infectiegevaar

▼ Advertentie door Refinery89

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat