De of het infrageluid?
Het infrageluid
Is het de of het infrageluid
In de Nederlandse taal gebruiken wij het infrageluid.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: infrasound
Deutsch: Infra | Bekijk of het der of die Infra is.
Français: infrasons | Bekijk of het Le o La infrasons is.
Jou of jouw: jouw infrageluid
Buigings-e:
Mooi of mooie infrageluid
Groot of grote infrageluid
Half of halve infrageluid
Grappig of grappige infrageluid
Leeg of lege infrageluid
leuk of leuke infrageluid
Vet of vette infrageluid
Snel of snelle infrageluid
Wit of witte infrageluid
Klein of kleine infrageluid
Rood of rode infrageluid
Dik of dikke infrageluid
Oud of oude infrageluid
Goed of goede infrageluid
Wat rijmt er op infrageluid
Elk of elke: Elk infrageluid
Aanwijzend voornaamwoord: Dat infrageluid
Bezittelijk voornaamwoord: Ons infrageluid
Wat rijmt er op infrageluid
Buigings-e:
Mooi of mooie infrageluid
Groot of grote infrageluid
Half of halve infrageluid
Grappig of grappige infrageluid
Leeg of lege infrageluid
leuk of leuke infrageluid
Vet of vette infrageluid
Snel of snelle infrageluid
Wit of witte infrageluid
Klein of kleine infrageluid
Rood of rode infrageluid
Dik of dikke infrageluid
Oud of oude infrageluid
Goed of goede infrageluid
Wat rijmt er op infrageluid
Elk of elke: Elk infrageluid
Aanwijzend voornaamwoord: Dat infrageluid
Bezittelijk voornaamwoord: Ons infrageluid
Wat rijmt er op infrageluid
Oefening van de dag