De of het jaarabonement?
Het jaarabonement
Is het de of het jaarabonement
In de Nederlandse taal gebruiken wij het jaarabonement.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: jaarabonement
Jou of jouw: jouw jaarabonement
Buigings-e:
Mooi of mooie jaarabonement
Groot of grote jaarabonement
Half of halve jaarabonement
Grappig of grappige jaarabonement
Leeg of lege jaarabonement
leuk of leuke jaarabonement
Vet of vette jaarabonement
Snel of snelle jaarabonement
Wit of witte jaarabonement
Klein of kleine jaarabonement
Rood of rode jaarabonement
Dik of dikke jaarabonement
Oud of oude jaarabonement
Goed of goede jaarabonement
Wat rijmt er op jaarabonement
Elk of elke: Elk jaarabonement
Aanwijzend voornaamwoord: Dat jaarabonement
Bezittelijk voornaamwoord: Ons jaarabonement
Wat rijmt er op jaarabonement
Buigings-e:
Mooi of mooie jaarabonement
Groot of grote jaarabonement
Half of halve jaarabonement
Grappig of grappige jaarabonement
Leeg of lege jaarabonement
leuk of leuke jaarabonement
Vet of vette jaarabonement
Snel of snelle jaarabonement
Wit of witte jaarabonement
Klein of kleine jaarabonement
Rood of rode jaarabonement
Dik of dikke jaarabonement
Oud of oude jaarabonement
Goed of goede jaarabonement
Wat rijmt er op jaarabonement
Elk of elke: Elk jaarabonement
Aanwijzend voornaamwoord: Dat jaarabonement
Bezittelijk voornaamwoord: Ons jaarabonement
Wat rijmt er op jaarabonement
Oefening van de dag