De of het jeugdouderling?
De jeugdouderling
Is het de of het jeugdouderling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de jeugdouderling.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: youth pastor
Deutsch: Jugendpastor | Bekijk of het der of die Jugendpastor is.
Français: pasteur de la jeunesse | Bekijk of het Le o La pasteur de la jeunesse is.
Jou of jouw: jouw jeugdouderling
Buigings-e:
Mooi of mooie jeugdouderling
Groot of grote jeugdouderling
Half of halve jeugdouderling
Grappig of grappige jeugdouderling
Leeg of lege jeugdouderling
leuk of leuke jeugdouderling
Vet of vette jeugdouderling
Snel of snelle jeugdouderling
Wit of witte jeugdouderling
Klein of kleine jeugdouderling
Rood of rode jeugdouderling
Dik of dikke jeugdouderling
Oud of oude jeugdouderling
Goed of goede jeugdouderling
Wat rijmt er op jeugdouderling
Elk of elke: Elke jeugdouderling
Aanwijzend voornaamwoord: Die jeugdouderling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze jeugdouderling
Wat rijmt er op jeugdouderling
Buigings-e:
Mooi of mooie jeugdouderling
Groot of grote jeugdouderling
Half of halve jeugdouderling
Grappig of grappige jeugdouderling
Leeg of lege jeugdouderling
leuk of leuke jeugdouderling
Vet of vette jeugdouderling
Snel of snelle jeugdouderling
Wit of witte jeugdouderling
Klein of kleine jeugdouderling
Rood of rode jeugdouderling
Dik of dikke jeugdouderling
Oud of oude jeugdouderling
Goed of goede jeugdouderling
Wat rijmt er op jeugdouderling
Elk of elke: Elke jeugdouderling
Aanwijzend voornaamwoord: Die jeugdouderling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze jeugdouderling
Wat rijmt er op jeugdouderling
Oefening van de dag
