Jouw kaakholte
Bij bezittelijke voornaamwoorden in de jij-vorm is het altijd jouw. Bij meewerkende voornaamwoorden zoals: ik geef het boek aan jou, komt er geen -w achter
Ook mogelijk de kaakholte of deze kaakholte
Oefening van de dag
Bij bezittelijke voornaamwoorden in de jij-vorm is het altijd jouw. Bij meewerkende voornaamwoorden zoals: ik geef het boek aan jou, komt er geen -w achter
Ook mogelijk de kaakholte of deze kaakholte