De of het kaarsvlammetje?
Het kaarsvlammetje
Is het de of het kaarsvlammetje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het kaarsvlammetje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: candle flame
Jou of jouw: jouw kaarsvlammetje
Buigings-e:
Mooi of mooie kaarsvlammetje
Groot of grote kaarsvlammetje
Half of halve kaarsvlammetje
Grappig of grappige kaarsvlammetje
Leeg of lege kaarsvlammetje
leuk of leuke kaarsvlammetje
Vet of vette kaarsvlammetje
Snel of snelle kaarsvlammetje
Wit of witte kaarsvlammetje
Klein of kleine kaarsvlammetje
Rood of rode kaarsvlammetje
Dik of dikke kaarsvlammetje
Oud of oude kaarsvlammetje
Goed of goede kaarsvlammetje
Wat rijmt er op kaarsvlammetje
Elk of elke: Elk kaarsvlammetje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat kaarsvlammetje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons kaarsvlammetje
Wat rijmt er op kaarsvlammetje
Buigings-e:
Mooi of mooie kaarsvlammetje
Groot of grote kaarsvlammetje
Half of halve kaarsvlammetje
Grappig of grappige kaarsvlammetje
Leeg of lege kaarsvlammetje
leuk of leuke kaarsvlammetje
Vet of vette kaarsvlammetje
Snel of snelle kaarsvlammetje
Wit of witte kaarsvlammetje
Klein of kleine kaarsvlammetje
Rood of rode kaarsvlammetje
Dik of dikke kaarsvlammetje
Oud of oude kaarsvlammetje
Goed of goede kaarsvlammetje
Wat rijmt er op kaarsvlammetje
Elk of elke: Elk kaarsvlammetje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat kaarsvlammetje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons kaarsvlammetje
Wat rijmt er op kaarsvlammetje
Oefening van de dag