De of het koekebakker?
De koekebakker
Is het de of het koekebakker
In de Nederlandse taal gebruiken wij de koekebakker.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Koekebakker
Deutsch: Konditor | Bekijk of het der of die Konditor is.
Français: pâtissier | Bekijk of het Le o La pâtissier is.
Jou of jouw: jouw koekebakker
Buigings-e:
Mooi of mooie koekebakker
Groot of grote koekebakker
Half of halve koekebakker
Grappig of grappige koekebakker
Leeg of lege koekebakker
leuk of leuke koekebakker
Vet of vette koekebakker
Snel of snelle koekebakker
Wit of witte koekebakker
Klein of kleine koekebakker
Rood of rode koekebakker
Dik of dikke koekebakker
Oud of oude koekebakker
Goed of goede koekebakker
Wat rijmt er op koekebakker
Elk of elke: Elke koekebakker
Aanwijzend voornaamwoord: Die koekebakker
Bezittelijk voornaamwoord: Onze koekebakker
Wat rijmt er op koekebakker
Buigings-e:
Mooi of mooie koekebakker
Groot of grote koekebakker
Half of halve koekebakker
Grappig of grappige koekebakker
Leeg of lege koekebakker
leuk of leuke koekebakker
Vet of vette koekebakker
Snel of snelle koekebakker
Wit of witte koekebakker
Klein of kleine koekebakker
Rood of rode koekebakker
Dik of dikke koekebakker
Oud of oude koekebakker
Goed of goede koekebakker
Wat rijmt er op koekebakker
Elk of elke: Elke koekebakker
Aanwijzend voornaamwoord: Die koekebakker
Bezittelijk voornaamwoord: Onze koekebakker
Wat rijmt er op koekebakker
Oefening van de dag