De of het koopgerdag?
De koopgerdag
Is het de of het koopgerdag
In de Nederlandse taal gebruiken wij de koopgerdag.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: koopgerdag
Jou of jouw: jouw koopgerdag
Buigings-e:
Mooi of mooie koopgerdag
Groot of grote koopgerdag
Half of halve koopgerdag
Grappig of grappige koopgerdag
Leeg of lege koopgerdag
leuk of leuke koopgerdag
Vet of vette koopgerdag
Snel of snelle koopgerdag
Wit of witte koopgerdag
Klein of kleine koopgerdag
Rood of rode koopgerdag
Dik of dikke koopgerdag
Oud of oude koopgerdag
Goed of goede koopgerdag
Wat rijmt er op koopgerdag
Elk of elke: Elke koopgerdag
Aanwijzend voornaamwoord: Die koopgerdag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze koopgerdag
Wat rijmt er op koopgerdag
Buigings-e:
Mooi of mooie koopgerdag
Groot of grote koopgerdag
Half of halve koopgerdag
Grappig of grappige koopgerdag
Leeg of lege koopgerdag
leuk of leuke koopgerdag
Vet of vette koopgerdag
Snel of snelle koopgerdag
Wit of witte koopgerdag
Klein of kleine koopgerdag
Rood of rode koopgerdag
Dik of dikke koopgerdag
Oud of oude koopgerdag
Goed of goede koopgerdag
Wat rijmt er op koopgerdag
Elk of elke: Elke koopgerdag
Aanwijzend voornaamwoord: Die koopgerdag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze koopgerdag
Wat rijmt er op koopgerdag
Oefening van de dag