De of het landeigendom?
Het landeigendom
Is het de of het landeigendom
In de Nederlandse taal gebruiken wij het landeigendom.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: land ownership
Deutsch: Grundbesitz | Bekijk of het der of die Grundbesitz is.
Français: propriété foncière | Bekijk of het Le o La propriété foncière is.
Jou of jouw: jouw landeigendom
Buigings-e:
Mooi of mooie landeigendom
Groot of grote landeigendom
Half of halve landeigendom
Grappig of grappige landeigendom
Leeg of lege landeigendom
leuk of leuke landeigendom
Vet of vette landeigendom
Snel of snelle landeigendom
Wit of witte landeigendom
Klein of kleine landeigendom
Rood of rode landeigendom
Dik of dikke landeigendom
Oud of oude landeigendom
Goed of goede landeigendom
Wat rijmt er op landeigendom
Elk of elke: Elk landeigendom
Aanwijzend voornaamwoord: Dat landeigendom
Bezittelijk voornaamwoord: Ons landeigendom
Wat rijmt er op landeigendom
Buigings-e:
Mooi of mooie landeigendom
Groot of grote landeigendom
Half of halve landeigendom
Grappig of grappige landeigendom
Leeg of lege landeigendom
leuk of leuke landeigendom
Vet of vette landeigendom
Snel of snelle landeigendom
Wit of witte landeigendom
Klein of kleine landeigendom
Rood of rode landeigendom
Dik of dikke landeigendom
Oud of oude landeigendom
Goed of goede landeigendom
Wat rijmt er op landeigendom
Elk of elke: Elk landeigendom
Aanwijzend voornaamwoord: Dat landeigendom
Bezittelijk voornaamwoord: Ons landeigendom
Wat rijmt er op landeigendom
Oefening van de dag