De of het leasingopdracht?
De leasingopdracht
Is het de of het leasingopdracht
In de Nederlandse taal gebruiken wij de leasingopdracht.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: leasing contract
Jou of jouw: jouw leasingopdracht
Buigings-e:
Mooi of mooie leasingopdracht
Groot of grote leasingopdracht
Half of halve leasingopdracht
Grappig of grappige leasingopdracht
Leeg of lege leasingopdracht
leuk of leuke leasingopdracht
Vet of vette leasingopdracht
Snel of snelle leasingopdracht
Wit of witte leasingopdracht
Klein of kleine leasingopdracht
Rood of rode leasingopdracht
Dik of dikke leasingopdracht
Oud of oude leasingopdracht
Goed of goede leasingopdracht
Wat rijmt er op leasingopdracht
Elk of elke: Elke leasingopdracht
Aanwijzend voornaamwoord: Die leasingopdracht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze leasingopdracht
Wat rijmt er op leasingopdracht
Buigings-e:
Mooi of mooie leasingopdracht
Groot of grote leasingopdracht
Half of halve leasingopdracht
Grappig of grappige leasingopdracht
Leeg of lege leasingopdracht
leuk of leuke leasingopdracht
Vet of vette leasingopdracht
Snel of snelle leasingopdracht
Wit of witte leasingopdracht
Klein of kleine leasingopdracht
Rood of rode leasingopdracht
Dik of dikke leasingopdracht
Oud of oude leasingopdracht
Goed of goede leasingopdracht
Wat rijmt er op leasingopdracht
Elk of elke: Elke leasingopdracht
Aanwijzend voornaamwoord: Die leasingopdracht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze leasingopdracht
Wat rijmt er op leasingopdracht
Oefening van de dag