De of het magneetkaart?
De magneetkaart
Is het de of het magneetkaart
In de Nederlandse taal gebruiken wij de magneetkaart.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: magnetic
Deutsch: magnetisch | Bekijk of het der of die magnetisch is.
Français: magnétique | Bekijk of het Le o La magnétique is.
Jou of jouw: jouw magneetkaart
Buigings-e:
Mooi of mooie magneetkaart
Groot of grote magneetkaart
Half of halve magneetkaart
Grappig of grappige magneetkaart
Leeg of lege magneetkaart
leuk of leuke magneetkaart
Vet of vette magneetkaart
Snel of snelle magneetkaart
Wit of witte magneetkaart
Klein of kleine magneetkaart
Rood of rode magneetkaart
Dik of dikke magneetkaart
Oud of oude magneetkaart
Goed of goede magneetkaart
Wat rijmt er op magneetkaart
Elk of elke: Elke magneetkaart
Aanwijzend voornaamwoord: Die magneetkaart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze magneetkaart
Wat rijmt er op magneetkaart
Buigings-e:
Mooi of mooie magneetkaart
Groot of grote magneetkaart
Half of halve magneetkaart
Grappig of grappige magneetkaart
Leeg of lege magneetkaart
leuk of leuke magneetkaart
Vet of vette magneetkaart
Snel of snelle magneetkaart
Wit of witte magneetkaart
Klein of kleine magneetkaart
Rood of rode magneetkaart
Dik of dikke magneetkaart
Oud of oude magneetkaart
Goed of goede magneetkaart
Wat rijmt er op magneetkaart
Elk of elke: Elke magneetkaart
Aanwijzend voornaamwoord: Die magneetkaart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze magneetkaart
Wat rijmt er op magneetkaart
Oefening van de dag