De of het manicuren?
De manicuren
Is het de of het manicuren
In de Nederlandse taal gebruiken wij de manicuren.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: manicure
Deutsch: Maniküre | Bekijk of het der of die Maniküre is.
Français: manucure | Bekijk of het Le o La manucure is.
Jou of jouw: jouw manicuren
Buigings-e:
Mooi of mooie manicuren
Groot of grote manicuren
Half of halve manicuren
Grappig of grappige manicuren
Leeg of lege manicuren
leuk of leuke manicuren
Vet of vette manicuren
Snel of snelle manicuren
Wit of witte manicuren
Klein of kleine manicuren
Rood of rode manicuren
Dik of dikke manicuren
Oud of oude manicuren
Goed of goede manicuren
Wat rijmt er op manicuren
Elk of elke: Elke manicuren
Aanwijzend voornaamwoord: Die manicuren
Bezittelijk voornaamwoord: Onze manicuren
Wat rijmt er op manicuren
Buigings-e:
Mooi of mooie manicuren
Groot of grote manicuren
Half of halve manicuren
Grappig of grappige manicuren
Leeg of lege manicuren
leuk of leuke manicuren
Vet of vette manicuren
Snel of snelle manicuren
Wit of witte manicuren
Klein of kleine manicuren
Rood of rode manicuren
Dik of dikke manicuren
Oud of oude manicuren
Goed of goede manicuren
Wat rijmt er op manicuren
Elk of elke: Elke manicuren
Aanwijzend voornaamwoord: Die manicuren
Bezittelijk voornaamwoord: Onze manicuren
Wat rijmt er op manicuren
Oefening van de dag