De of het mazurka?
De mazurka
Is het de of het mazurka
In de Nederlandse taal gebruiken wij de mazurka.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: mazurka
Deutsch: Mazurka | Bekijk of het der of die Mazurka is.
Français: mazurka | Bekijk of het Le o La mazurka is.
Jou of jouw: jouw mazurka
Buigings-e:
Mooi of mooie mazurka
Groot of grote mazurka
Half of halve mazurka
Grappig of grappige mazurka
Leeg of lege mazurka
leuk of leuke mazurka
Vet of vette mazurka
Snel of snelle mazurka
Wit of witte mazurka
Klein of kleine mazurka
Rood of rode mazurka
Dik of dikke mazurka
Oud of oude mazurka
Goed of goede mazurka
Wat rijmt er op mazurka
Elk of elke: Elke mazurka
Aanwijzend voornaamwoord: Die mazurka
Bezittelijk voornaamwoord: Onze mazurka
Wat rijmt er op mazurka
Buigings-e:
Mooi of mooie mazurka
Groot of grote mazurka
Half of halve mazurka
Grappig of grappige mazurka
Leeg of lege mazurka
leuk of leuke mazurka
Vet of vette mazurka
Snel of snelle mazurka
Wit of witte mazurka
Klein of kleine mazurka
Rood of rode mazurka
Dik of dikke mazurka
Oud of oude mazurka
Goed of goede mazurka
Wat rijmt er op mazurka
Elk of elke: Elke mazurka
Aanwijzend voornaamwoord: Die mazurka
Bezittelijk voornaamwoord: Onze mazurka
Wat rijmt er op mazurka
Oefening van de dag