De of het monteur?
De monteur
Is het de of het monteur
In de Nederlandse taal gebruiken wij de monteur.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Monteur is mannelijk
English: mechanic
Deutsch: Mechaniker | Bekijk of het der of die Mechaniker is.
Français: mécanicien | Bekijk of het Le o La mécanicien is.
Jou of jouw: jouw monteur
Buigings-e:
Mooi of mooie monteur
Groot of grote monteur
Half of halve monteur
Grappig of grappige monteur
Leeg of lege monteur
leuk of leuke monteur
Vet of vette monteur
Snel of snelle monteur
Wit of witte monteur
Klein of kleine monteur
Rood of rode monteur
Dik of dikke monteur
Oud of oude monteur
Goed of goede monteur
Wat rijmt er op monteur
Elk of elke: Elke monteur
Aanwijzend voornaamwoord: Die monteur
Bezittelijk voornaamwoord: Onze monteur
Wat rijmt er op monteur
Buigings-e:
Mooi of mooie monteur
Groot of grote monteur
Half of halve monteur
Grappig of grappige monteur
Leeg of lege monteur
leuk of leuke monteur
Vet of vette monteur
Snel of snelle monteur
Wit of witte monteur
Klein of kleine monteur
Rood of rode monteur
Dik of dikke monteur
Oud of oude monteur
Goed of goede monteur
Wat rijmt er op monteur
Elk of elke: Elke monteur
Aanwijzend voornaamwoord: Die monteur
Bezittelijk voornaamwoord: Onze monteur
Wat rijmt er op monteur
Oefening van de dag