De of het motorongeluk?
Het motorongeluk
Is het de of het motorongeluk
In de Nederlandse taal gebruiken wij het motorongeluk.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: motorcycle accident
Deutsch: Motorradunfall | Bekijk of het der of die Motorradunfall is.
Français: accident de moto | Bekijk of het Le o La accident de moto is.
Jou of jouw: jouw motorongeluk
Buigings-e:
Mooi of mooie motorongeluk
Groot of grote motorongeluk
Half of halve motorongeluk
Grappig of grappige motorongeluk
Leeg of lege motorongeluk
leuk of leuke motorongeluk
Vet of vette motorongeluk
Snel of snelle motorongeluk
Wit of witte motorongeluk
Klein of kleine motorongeluk
Rood of rode motorongeluk
Dik of dikke motorongeluk
Oud of oude motorongeluk
Goed of goede motorongeluk
Wat rijmt er op motorongeluk
Elk of elke: Elk motorongeluk
Aanwijzend voornaamwoord: Dat motorongeluk
Bezittelijk voornaamwoord: Ons motorongeluk
Wat rijmt er op motorongeluk
Buigings-e:
Mooi of mooie motorongeluk
Groot of grote motorongeluk
Half of halve motorongeluk
Grappig of grappige motorongeluk
Leeg of lege motorongeluk
leuk of leuke motorongeluk
Vet of vette motorongeluk
Snel of snelle motorongeluk
Wit of witte motorongeluk
Klein of kleine motorongeluk
Rood of rode motorongeluk
Dik of dikke motorongeluk
Oud of oude motorongeluk
Goed of goede motorongeluk
Wat rijmt er op motorongeluk
Elk of elke: Elk motorongeluk
Aanwijzend voornaamwoord: Dat motorongeluk
Bezittelijk voornaamwoord: Ons motorongeluk
Wat rijmt er op motorongeluk
Oefening van de dag
