De of het motorrijtuigbelasting?
De motorrijtuigbelasting
Is het de of het motorrijtuigbelasting
In de Nederlandse taal gebruiken wij de motorrijtuigbelasting.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: motor vehicle tax
Jou of jouw: jouw motorrijtuigbelasting
Buigings-e:
Mooi of mooie motorrijtuigbelasting
Groot of grote motorrijtuigbelasting
Half of halve motorrijtuigbelasting
Grappig of grappige motorrijtuigbelasting
Leeg of lege motorrijtuigbelasting
leuk of leuke motorrijtuigbelasting
Vet of vette motorrijtuigbelasting
Snel of snelle motorrijtuigbelasting
Wit of witte motorrijtuigbelasting
Klein of kleine motorrijtuigbelasting
Rood of rode motorrijtuigbelasting
Dik of dikke motorrijtuigbelasting
Oud of oude motorrijtuigbelasting
Goed of goede motorrijtuigbelasting
Wat rijmt er op motorrijtuigbelasting
Elk of elke: Elke motorrijtuigbelasting
Aanwijzend voornaamwoord: Die motorrijtuigbelasting
Bezittelijk voornaamwoord: Onze motorrijtuigbelasting
Wat rijmt er op motorrijtuigbelasting
Buigings-e:
Mooi of mooie motorrijtuigbelasting
Groot of grote motorrijtuigbelasting
Half of halve motorrijtuigbelasting
Grappig of grappige motorrijtuigbelasting
Leeg of lege motorrijtuigbelasting
leuk of leuke motorrijtuigbelasting
Vet of vette motorrijtuigbelasting
Snel of snelle motorrijtuigbelasting
Wit of witte motorrijtuigbelasting
Klein of kleine motorrijtuigbelasting
Rood of rode motorrijtuigbelasting
Dik of dikke motorrijtuigbelasting
Oud of oude motorrijtuigbelasting
Goed of goede motorrijtuigbelasting
Wat rijmt er op motorrijtuigbelasting
Elk of elke: Elke motorrijtuigbelasting
Aanwijzend voornaamwoord: Die motorrijtuigbelasting
Bezittelijk voornaamwoord: Onze motorrijtuigbelasting
Wat rijmt er op motorrijtuigbelasting
Oefening van de dag