De of het nammidag?
De nammidag
Is het de of het nammidag
In de Nederlandse taal gebruiken wij de nammidag.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: nammidag
Deutsch: nammidag | Bekijk of het der of die nammidag is.
Français: nammidag | Bekijk of het Le o La nammidag is.
Jou of jouw: jouw nammidag
Buigings-e:
Mooi of mooie nammidag
Groot of grote nammidag
Half of halve nammidag
Grappig of grappige nammidag
Leeg of lege nammidag
leuk of leuke nammidag
Vet of vette nammidag
Snel of snelle nammidag
Wit of witte nammidag
Klein of kleine nammidag
Rood of rode nammidag
Dik of dikke nammidag
Oud of oude nammidag
Goed of goede nammidag
Wat rijmt er op nammidag
Elk of elke: Elke nammidag
Aanwijzend voornaamwoord: Die nammidag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze nammidag
Wat rijmt er op nammidag
kooknammidag -
Buigings-e:
Mooi of mooie nammidag
Groot of grote nammidag
Half of halve nammidag
Grappig of grappige nammidag
Leeg of lege nammidag
leuk of leuke nammidag
Vet of vette nammidag
Snel of snelle nammidag
Wit of witte nammidag
Klein of kleine nammidag
Rood of rode nammidag
Dik of dikke nammidag
Oud of oude nammidag
Goed of goede nammidag
Wat rijmt er op nammidag
Elk of elke: Elke nammidag
Aanwijzend voornaamwoord: Die nammidag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze nammidag
Wat rijmt er op nammidag
kooknammidag -
Oefening van de dag