De of het natuurongeving?
De natuurongeving
Is het de of het natuurongeving
In de Nederlandse taal gebruiken wij de natuurongeving.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: natural disaster
Jou of jouw: jouw natuurongeving
Buigings-e:
Mooi of mooie natuurongeving
Groot of grote natuurongeving
Half of halve natuurongeving
Grappig of grappige natuurongeving
Leeg of lege natuurongeving
leuk of leuke natuurongeving
Vet of vette natuurongeving
Snel of snelle natuurongeving
Wit of witte natuurongeving
Klein of kleine natuurongeving
Rood of rode natuurongeving
Dik of dikke natuurongeving
Oud of oude natuurongeving
Goed of goede natuurongeving
Wat rijmt er op natuurongeving
Elk of elke: Elke natuurongeving
Aanwijzend voornaamwoord: Die natuurongeving
Bezittelijk voornaamwoord: Onze natuurongeving
Wat rijmt er op natuurongeving
Buigings-e:
Mooi of mooie natuurongeving
Groot of grote natuurongeving
Half of halve natuurongeving
Grappig of grappige natuurongeving
Leeg of lege natuurongeving
leuk of leuke natuurongeving
Vet of vette natuurongeving
Snel of snelle natuurongeving
Wit of witte natuurongeving
Klein of kleine natuurongeving
Rood of rode natuurongeving
Dik of dikke natuurongeving
Oud of oude natuurongeving
Goed of goede natuurongeving
Wat rijmt er op natuurongeving
Elk of elke: Elke natuurongeving
Aanwijzend voornaamwoord: Die natuurongeving
Bezittelijk voornaamwoord: Onze natuurongeving
Wat rijmt er op natuurongeving
Oefening van de dag