De of het needassessment?
Het needassessment
Is het de of het needassessment
In de Nederlandse taal gebruiken wij het needassessment.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: need assessment
Jou of jouw: jouw needassessment
Buigings-e:
Mooi of mooie needassessment
Groot of grote needassessment
Half of halve needassessment
Grappig of grappige needassessment
Leeg of lege needassessment
leuk of leuke needassessment
Vet of vette needassessment
Snel of snelle needassessment
Wit of witte needassessment
Klein of kleine needassessment
Rood of rode needassessment
Dik of dikke needassessment
Oud of oude needassessment
Goed of goede needassessment
Wat rijmt er op needassessment
Elk of elke: Elk needassessment
Aanwijzend voornaamwoord: Dat needassessment
Bezittelijk voornaamwoord: Ons needassessment
Wat rijmt er op needassessment
Buigings-e:
Mooi of mooie needassessment
Groot of grote needassessment
Half of halve needassessment
Grappig of grappige needassessment
Leeg of lege needassessment
leuk of leuke needassessment
Vet of vette needassessment
Snel of snelle needassessment
Wit of witte needassessment
Klein of kleine needassessment
Rood of rode needassessment
Dik of dikke needassessment
Oud of oude needassessment
Goed of goede needassessment
Wat rijmt er op needassessment
Elk of elke: Elk needassessment
Aanwijzend voornaamwoord: Dat needassessment
Bezittelijk voornaamwoord: Ons needassessment
Wat rijmt er op needassessment
Oefening van de dag