De of het nieuwsconsument?
Het nieuwsconsument
Is het de of het nieuwsconsument
In de Nederlandse taal gebruiken wij het nieuwsconsument.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: new consumer
Deutsch: neue Verbraucher | Bekijk of het der of die neue Verbraucher is.
Français: nouveau consommateur | Bekijk of het Le o La nouveau consommateur is.
Jou of jouw: jouw nieuwsconsument
Buigings-e:
Mooi of mooie nieuwsconsument
Groot of grote nieuwsconsument
Half of halve nieuwsconsument
Grappig of grappige nieuwsconsument
Leeg of lege nieuwsconsument
leuk of leuke nieuwsconsument
Vet of vette nieuwsconsument
Snel of snelle nieuwsconsument
Wit of witte nieuwsconsument
Klein of kleine nieuwsconsument
Rood of rode nieuwsconsument
Dik of dikke nieuwsconsument
Oud of oude nieuwsconsument
Goed of goede nieuwsconsument
Wat rijmt er op nieuwsconsument
Elk of elke: Elk nieuwsconsument
Aanwijzend voornaamwoord: Dat nieuwsconsument
Bezittelijk voornaamwoord: Ons nieuwsconsument
Wat rijmt er op nieuwsconsument
Buigings-e:
Mooi of mooie nieuwsconsument
Groot of grote nieuwsconsument
Half of halve nieuwsconsument
Grappig of grappige nieuwsconsument
Leeg of lege nieuwsconsument
leuk of leuke nieuwsconsument
Vet of vette nieuwsconsument
Snel of snelle nieuwsconsument
Wit of witte nieuwsconsument
Klein of kleine nieuwsconsument
Rood of rode nieuwsconsument
Dik of dikke nieuwsconsument
Oud of oude nieuwsconsument
Goed of goede nieuwsconsument
Wat rijmt er op nieuwsconsument
Elk of elke: Elk nieuwsconsument
Aanwijzend voornaamwoord: Dat nieuwsconsument
Bezittelijk voornaamwoord: Ons nieuwsconsument
Wat rijmt er op nieuwsconsument
Oefening van de dag
