De of het notulen?
De notulen
Is het de of het notulen
In de Nederlandse taal gebruiken wij de notulen.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: minutes
Deutsch: Minuten | Bekijk of het der of die Minuten is.
Français: procès-verbal | Bekijk of het Le o La procès-verbal is.
Jou of jouw: jouw notulen
Buigings-e:
Mooi of mooie notulen
Groot of grote notulen
Half of halve notulen
Grappig of grappige notulen
Leeg of lege notulen
leuk of leuke notulen
Vet of vette notulen
Snel of snelle notulen
Wit of witte notulen
Klein of kleine notulen
Rood of rode notulen
Dik of dikke notulen
Oud of oude notulen
Goed of goede notulen
Wat rijmt er op notulen
Elk of elke: Elke notulen
Aanwijzend voornaamwoord: Die notulen
Bezittelijk voornaamwoord: Onze notulen
Wat rijmt er op notulen
Buigings-e:
Mooi of mooie notulen
Groot of grote notulen
Half of halve notulen
Grappig of grappige notulen
Leeg of lege notulen
leuk of leuke notulen
Vet of vette notulen
Snel of snelle notulen
Wit of witte notulen
Klein of kleine notulen
Rood of rode notulen
Dik of dikke notulen
Oud of oude notulen
Goed of goede notulen
Wat rijmt er op notulen
Elk of elke: Elke notulen
Aanwijzend voornaamwoord: Die notulen
Bezittelijk voornaamwoord: Onze notulen
Wat rijmt er op notulen
Oefening van de dag