De of het omroepgebouw?
Het omroepgebouw
Is het de of het omroepgebouw
In de Nederlandse taal gebruiken wij het omroepgebouw.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: broadcasting building
Deutsch: Rundfunkgebäude | Bekijk of het der of die Rundfunkgebäude is.
Français: le renforcement de la radiodiffusion | Bekijk of het Le o La le renforcement de la radiodiffusion is.
Jou of jouw: jouw omroepgebouw
Buigings-e:
Mooi of mooie omroepgebouw
Groot of grote omroepgebouw
Half of halve omroepgebouw
Grappig of grappige omroepgebouw
Leeg of lege omroepgebouw
leuk of leuke omroepgebouw
Vet of vette omroepgebouw
Snel of snelle omroepgebouw
Wit of witte omroepgebouw
Klein of kleine omroepgebouw
Rood of rode omroepgebouw
Dik of dikke omroepgebouw
Oud of oude omroepgebouw
Goed of goede omroepgebouw
Wat rijmt er op omroepgebouw
Elk of elke: Elk omroepgebouw
Aanwijzend voornaamwoord: Dat omroepgebouw
Bezittelijk voornaamwoord: Ons omroepgebouw
Wat rijmt er op omroepgebouw
Buigings-e:
Mooi of mooie omroepgebouw
Groot of grote omroepgebouw
Half of halve omroepgebouw
Grappig of grappige omroepgebouw
Leeg of lege omroepgebouw
leuk of leuke omroepgebouw
Vet of vette omroepgebouw
Snel of snelle omroepgebouw
Wit of witte omroepgebouw
Klein of kleine omroepgebouw
Rood of rode omroepgebouw
Dik of dikke omroepgebouw
Oud of oude omroepgebouw
Goed of goede omroepgebouw
Wat rijmt er op omroepgebouw
Elk of elke: Elk omroepgebouw
Aanwijzend voornaamwoord: Dat omroepgebouw
Bezittelijk voornaamwoord: Ons omroepgebouw
Wat rijmt er op omroepgebouw
Oefening van de dag
