De of het onderscheiden?
Het onderscheiden
Is het de of het onderscheiden
In de Nederlandse taal gebruiken wij het onderscheiden.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: distinguish
Deutsch: unterscheiden | Bekijk of het der of die unterscheiden is.
Français: distinguer | Bekijk of het Le o La distinguer is.
Jou of jouw: jouw onderscheiden
Buigings-e:
Mooi of mooie onderscheiden
Groot of grote onderscheiden
Half of halve onderscheiden
Grappig of grappige onderscheiden
Leeg of lege onderscheiden
leuk of leuke onderscheiden
Vet of vette onderscheiden
Snel of snelle onderscheiden
Wit of witte onderscheiden
Klein of kleine onderscheiden
Rood of rode onderscheiden
Dik of dikke onderscheiden
Oud of oude onderscheiden
Goed of goede onderscheiden
Wat rijmt er op onderscheiden
Elk of elke: Elk onderscheiden
Aanwijzend voornaamwoord: Dat onderscheiden
Bezittelijk voornaamwoord: Ons onderscheiden
Wat rijmt er op onderscheiden
Buigings-e:
Mooi of mooie onderscheiden
Groot of grote onderscheiden
Half of halve onderscheiden
Grappig of grappige onderscheiden
Leeg of lege onderscheiden
leuk of leuke onderscheiden
Vet of vette onderscheiden
Snel of snelle onderscheiden
Wit of witte onderscheiden
Klein of kleine onderscheiden
Rood of rode onderscheiden
Dik of dikke onderscheiden
Oud of oude onderscheiden
Goed of goede onderscheiden
Wat rijmt er op onderscheiden
Elk of elke: Elk onderscheiden
Aanwijzend voornaamwoord: Dat onderscheiden
Bezittelijk voornaamwoord: Ons onderscheiden
Wat rijmt er op onderscheiden
Oefening van de dag