De of het onsteking?
De onsteking
Is het de of het onsteking
In de Nederlandse taal gebruiken wij de onsteking.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: inflammation
Deutsch: Entzündung | Bekijk of het der of die Entzündung is.
Français: inflammation | Bekijk of het Le o La inflammation is.
Jou of jouw: jouw onsteking
Buigings-e:
Mooi of mooie onsteking
Groot of grote onsteking
Half of halve onsteking
Grappig of grappige onsteking
Leeg of lege onsteking
leuk of leuke onsteking
Vet of vette onsteking
Snel of snelle onsteking
Wit of witte onsteking
Klein of kleine onsteking
Rood of rode onsteking
Dik of dikke onsteking
Oud of oude onsteking
Goed of goede onsteking
Wat rijmt er op onsteking
Elk of elke: Elke onsteking
Aanwijzend voornaamwoord: Die onsteking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze onsteking
Wat rijmt er op onsteking
longonsteking - keelonsteking - blindedarmonsteking -
Buigings-e:
Mooi of mooie onsteking
Groot of grote onsteking
Half of halve onsteking
Grappig of grappige onsteking
Leeg of lege onsteking
leuk of leuke onsteking
Vet of vette onsteking
Snel of snelle onsteking
Wit of witte onsteking
Klein of kleine onsteking
Rood of rode onsteking
Dik of dikke onsteking
Oud of oude onsteking
Goed of goede onsteking
Wat rijmt er op onsteking
Elk of elke: Elke onsteking
Aanwijzend voornaamwoord: Die onsteking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze onsteking
Wat rijmt er op onsteking
longonsteking - keelonsteking - blindedarmonsteking -
Oefening van de dag