De of het ontplooiing?
De ontplooiing
Is het de of het ontplooiing
In de Nederlandse taal gebruiken wij de ontplooiing.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: expansion
Deutsch: Erweiterung | Bekijk of het der of die Erweiterung is.
Français: expansion | Bekijk of het Le o La expansion is.
Jou of jouw: jouw ontplooiing
Buigings-e:
Mooi of mooie ontplooiing
Groot of grote ontplooiing
Half of halve ontplooiing
Grappig of grappige ontplooiing
Leeg of lege ontplooiing
leuk of leuke ontplooiing
Vet of vette ontplooiing
Snel of snelle ontplooiing
Wit of witte ontplooiing
Klein of kleine ontplooiing
Rood of rode ontplooiing
Dik of dikke ontplooiing
Oud of oude ontplooiing
Goed of goede ontplooiing
Wat rijmt er op ontplooiing
Elk of elke: Elke ontplooiing
Aanwijzend voornaamwoord: Die ontplooiing
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ontplooiing
Wat rijmt er op ontplooiing
machtsontplooiing - zelfontplooiing -
Buigings-e:
Mooi of mooie ontplooiing
Groot of grote ontplooiing
Half of halve ontplooiing
Grappig of grappige ontplooiing
Leeg of lege ontplooiing
leuk of leuke ontplooiing
Vet of vette ontplooiing
Snel of snelle ontplooiing
Wit of witte ontplooiing
Klein of kleine ontplooiing
Rood of rode ontplooiing
Dik of dikke ontplooiing
Oud of oude ontplooiing
Goed of goede ontplooiing
Wat rijmt er op ontplooiing
Elk of elke: Elke ontplooiing
Aanwijzend voornaamwoord: Die ontplooiing
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ontplooiing
Wat rijmt er op ontplooiing
machtsontplooiing - zelfontplooiing -
Oefening van de dag