De of het oordorpje?
Het oordorpje
Is het de of het oordorpje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het oordorpje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: small village
Jou of jouw: jouw oordorpje
Buigings-e:
Mooi of mooie oordorpje
Groot of grote oordorpje
Half of halve oordorpje
Grappig of grappige oordorpje
Leeg of lege oordorpje
leuk of leuke oordorpje
Vet of vette oordorpje
Snel of snelle oordorpje
Wit of witte oordorpje
Klein of kleine oordorpje
Rood of rode oordorpje
Dik of dikke oordorpje
Oud of oude oordorpje
Goed of goede oordorpje
Wat rijmt er op oordorpje
Elk of elke: Elk oordorpje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat oordorpje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons oordorpje
Wat rijmt er op oordorpje
Buigings-e:
Mooi of mooie oordorpje
Groot of grote oordorpje
Half of halve oordorpje
Grappig of grappige oordorpje
Leeg of lege oordorpje
leuk of leuke oordorpje
Vet of vette oordorpje
Snel of snelle oordorpje
Wit of witte oordorpje
Klein of kleine oordorpje
Rood of rode oordorpje
Dik of dikke oordorpje
Oud of oude oordorpje
Goed of goede oordorpje
Wat rijmt er op oordorpje
Elk of elke: Elk oordorpje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat oordorpje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons oordorpje
Wat rijmt er op oordorpje
Oefening van de dag