De of het opdrachten?
De opdrachten
Is het de of het opdrachten
In de Nederlandse taal gebruiken wij de opdrachten.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: assignments
Deutsch: Zuordnungen | Bekijk of het der of die Zuordnungen is.
Français: missions | Bekijk of het Le o La missions is.
Jou of jouw: jouw opdrachten
Buigings-e:
Mooi of mooie opdrachten
Groot of grote opdrachten
Half of halve opdrachten
Grappig of grappige opdrachten
Leeg of lege opdrachten
leuk of leuke opdrachten
Vet of vette opdrachten
Snel of snelle opdrachten
Wit of witte opdrachten
Klein of kleine opdrachten
Rood of rode opdrachten
Dik of dikke opdrachten
Oud of oude opdrachten
Goed of goede opdrachten
Wat rijmt er op opdrachten
Elk of elke: Elke opdrachten
Aanwijzend voornaamwoord: Die opdrachten
Bezittelijk voornaamwoord: Onze opdrachten
Wat rijmt er op opdrachten
Buigings-e:
Mooi of mooie opdrachten
Groot of grote opdrachten
Half of halve opdrachten
Grappig of grappige opdrachten
Leeg of lege opdrachten
leuk of leuke opdrachten
Vet of vette opdrachten
Snel of snelle opdrachten
Wit of witte opdrachten
Klein of kleine opdrachten
Rood of rode opdrachten
Dik of dikke opdrachten
Oud of oude opdrachten
Goed of goede opdrachten
Wat rijmt er op opdrachten
Elk of elke: Elke opdrachten
Aanwijzend voornaamwoord: Die opdrachten
Bezittelijk voornaamwoord: Onze opdrachten
Wat rijmt er op opdrachten
Oefening van de dag