De of het opdrogen?
Het opdrogen
Is het de of het opdrogen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het opdrogen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: dry
Deutsch: austrocknen | Bekijk of het der of die austrocknen is.
Français: sécher | Bekijk of het Le o La sécher is.
Jou of jouw: jouw opdrogen
Buigings-e:
Mooi of mooie opdrogen
Groot of grote opdrogen
Half of halve opdrogen
Grappig of grappige opdrogen
Leeg of lege opdrogen
leuk of leuke opdrogen
Vet of vette opdrogen
Snel of snelle opdrogen
Wit of witte opdrogen
Klein of kleine opdrogen
Rood of rode opdrogen
Dik of dikke opdrogen
Oud of oude opdrogen
Goed of goede opdrogen
Wat rijmt er op opdrogen
Elk of elke: Elk opdrogen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat opdrogen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons opdrogen
Wat rijmt er op opdrogen
Buigings-e:
Mooi of mooie opdrogen
Groot of grote opdrogen
Half of halve opdrogen
Grappig of grappige opdrogen
Leeg of lege opdrogen
leuk of leuke opdrogen
Vet of vette opdrogen
Snel of snelle opdrogen
Wit of witte opdrogen
Klein of kleine opdrogen
Rood of rode opdrogen
Dik of dikke opdrogen
Oud of oude opdrogen
Goed of goede opdrogen
Wat rijmt er op opdrogen
Elk of elke: Elk opdrogen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat opdrogen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons opdrogen
Wat rijmt er op opdrogen
Oefening van de dag