De of het oppervlak?
Het oppervlak
Is het de of het oppervlak
In de Nederlandse taal gebruiken wij het oppervlak.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: surface
Deutsch: Oberfläche | Bekijk of het der of die Oberfläche is.
Français: surface | Bekijk of het Le o La surface is.
Jou of jouw: jouw oppervlak
Buigings-e:
Mooi of mooie oppervlak
Groot of grote oppervlak
Half of halve oppervlak
Grappig of grappige oppervlak
Leeg of lege oppervlak
leuk of leuke oppervlak
Vet of vette oppervlak
Snel of snelle oppervlak
Wit of witte oppervlak
Klein of kleine oppervlak
Rood of rode oppervlak
Dik of dikke oppervlak
Oud of oude oppervlak
Goed of goede oppervlak
Wat rijmt er op oppervlak
Elk of elke: Elk oppervlak
Aanwijzend voornaamwoord: Dat oppervlak
Bezittelijk voornaamwoord: Ons oppervlak
Wat rijmt er op oppervlak
woonoppervlak - bladoppervlak - vloeistofoppervlak -
Buigings-e:
Mooi of mooie oppervlak
Groot of grote oppervlak
Half of halve oppervlak
Grappig of grappige oppervlak
Leeg of lege oppervlak
leuk of leuke oppervlak
Vet of vette oppervlak
Snel of snelle oppervlak
Wit of witte oppervlak
Klein of kleine oppervlak
Rood of rode oppervlak
Dik of dikke oppervlak
Oud of oude oppervlak
Goed of goede oppervlak
Wat rijmt er op oppervlak
Elk of elke: Elk oppervlak
Aanwijzend voornaamwoord: Dat oppervlak
Bezittelijk voornaamwoord: Ons oppervlak
Wat rijmt er op oppervlak
woonoppervlak - bladoppervlak - vloeistofoppervlak -
Oefening van de dag