De of het overbuurvrouw?
De overbuurvrouw
Is het de of het overbuurvrouw
In de Nederlandse taal gebruiken wij de overbuurvrouw.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: about neighbor
Deutsch: zu Nachbarn | Bekijk of het der of die zu Nachbarn is.
Français: à propos de voisin | Bekijk of het Le o La à propos de voisin is.
Jou of jouw: jouw overbuurvrouw
Buigings-e:
Mooi of mooie overbuurvrouw
Groot of grote overbuurvrouw
Half of halve overbuurvrouw
Grappig of grappige overbuurvrouw
Leeg of lege overbuurvrouw
leuk of leuke overbuurvrouw
Vet of vette overbuurvrouw
Snel of snelle overbuurvrouw
Wit of witte overbuurvrouw
Klein of kleine overbuurvrouw
Rood of rode overbuurvrouw
Dik of dikke overbuurvrouw
Oud of oude overbuurvrouw
Goed of goede overbuurvrouw
Wat rijmt er op overbuurvrouw
Elk of elke: Elke overbuurvrouw
Aanwijzend voornaamwoord: Die overbuurvrouw
Bezittelijk voornaamwoord: Onze overbuurvrouw
Wat rijmt er op overbuurvrouw
Buigings-e:
Mooi of mooie overbuurvrouw
Groot of grote overbuurvrouw
Half of halve overbuurvrouw
Grappig of grappige overbuurvrouw
Leeg of lege overbuurvrouw
leuk of leuke overbuurvrouw
Vet of vette overbuurvrouw
Snel of snelle overbuurvrouw
Wit of witte overbuurvrouw
Klein of kleine overbuurvrouw
Rood of rode overbuurvrouw
Dik of dikke overbuurvrouw
Oud of oude overbuurvrouw
Goed of goede overbuurvrouw
Wat rijmt er op overbuurvrouw
Elk of elke: Elke overbuurvrouw
Aanwijzend voornaamwoord: Die overbuurvrouw
Bezittelijk voornaamwoord: Onze overbuurvrouw
Wat rijmt er op overbuurvrouw
Oefening van de dag
