De of het overcapaciteit?
De overcapaciteit
Is het de of het overcapaciteit
In de Nederlandse taal gebruiken wij de overcapaciteit.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: overcapacity
Deutsch: Überkapazität | Bekijk of het der of die Überkapazität is.
Français: surcapacité | Bekijk of het Le o La surcapacité is.
Jou of jouw: jouw overcapaciteit
Buigings-e:
Mooi of mooie overcapaciteit
Groot of grote overcapaciteit
Half of halve overcapaciteit
Grappig of grappige overcapaciteit
Leeg of lege overcapaciteit
leuk of leuke overcapaciteit
Vet of vette overcapaciteit
Snel of snelle overcapaciteit
Wit of witte overcapaciteit
Klein of kleine overcapaciteit
Rood of rode overcapaciteit
Dik of dikke overcapaciteit
Oud of oude overcapaciteit
Goed of goede overcapaciteit
Wat rijmt er op overcapaciteit
Elk of elke: Elke overcapaciteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die overcapaciteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze overcapaciteit
Wat rijmt er op overcapaciteit
Buigings-e:
Mooi of mooie overcapaciteit
Groot of grote overcapaciteit
Half of halve overcapaciteit
Grappig of grappige overcapaciteit
Leeg of lege overcapaciteit
leuk of leuke overcapaciteit
Vet of vette overcapaciteit
Snel of snelle overcapaciteit
Wit of witte overcapaciteit
Klein of kleine overcapaciteit
Rood of rode overcapaciteit
Dik of dikke overcapaciteit
Oud of oude overcapaciteit
Goed of goede overcapaciteit
Wat rijmt er op overcapaciteit
Elk of elke: Elke overcapaciteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die overcapaciteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze overcapaciteit
Wat rijmt er op overcapaciteit
Oefening van de dag