De of het overgeneralisatie?
De overgeneralisatie
Is het de of het overgeneralisatie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de overgeneralisatie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: overgeneralization
Jou of jouw: jouw overgeneralisatie
Buigings-e:
Mooi of mooie overgeneralisatie
Groot of grote overgeneralisatie
Half of halve overgeneralisatie
Grappig of grappige overgeneralisatie
Leeg of lege overgeneralisatie
leuk of leuke overgeneralisatie
Vet of vette overgeneralisatie
Snel of snelle overgeneralisatie
Wit of witte overgeneralisatie
Klein of kleine overgeneralisatie
Rood of rode overgeneralisatie
Dik of dikke overgeneralisatie
Oud of oude overgeneralisatie
Goed of goede overgeneralisatie
Wat rijmt er op overgeneralisatie
Elk of elke: Elke overgeneralisatie
Aanwijzend voornaamwoord: Die overgeneralisatie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze overgeneralisatie
Wat rijmt er op overgeneralisatie
Buigings-e:
Mooi of mooie overgeneralisatie
Groot of grote overgeneralisatie
Half of halve overgeneralisatie
Grappig of grappige overgeneralisatie
Leeg of lege overgeneralisatie
leuk of leuke overgeneralisatie
Vet of vette overgeneralisatie
Snel of snelle overgeneralisatie
Wit of witte overgeneralisatie
Klein of kleine overgeneralisatie
Rood of rode overgeneralisatie
Dik of dikke overgeneralisatie
Oud of oude overgeneralisatie
Goed of goede overgeneralisatie
Wat rijmt er op overgeneralisatie
Elk of elke: Elke overgeneralisatie
Aanwijzend voornaamwoord: Die overgeneralisatie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze overgeneralisatie
Wat rijmt er op overgeneralisatie
Oefening van de dag