De of het overkoelende?
De overkoelende
Is het de of het overkoelende
In de Nederlandse taal gebruiken wij de overkoelende.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: overcrowding
Jou of jouw: jouw overkoelende
Buigings-e:
Mooi of mooie overkoelende
Groot of grote overkoelende
Half of halve overkoelende
Grappig of grappige overkoelende
Leeg of lege overkoelende
leuk of leuke overkoelende
Vet of vette overkoelende
Snel of snelle overkoelende
Wit of witte overkoelende
Klein of kleine overkoelende
Rood of rode overkoelende
Dik of dikke overkoelende
Oud of oude overkoelende
Goed of goede overkoelende
Wat rijmt er op overkoelende
Elk of elke: Elke overkoelende
Aanwijzend voornaamwoord: Die overkoelende
Bezittelijk voornaamwoord: Onze overkoelende
Wat rijmt er op overkoelende
Buigings-e:
Mooi of mooie overkoelende
Groot of grote overkoelende
Half of halve overkoelende
Grappig of grappige overkoelende
Leeg of lege overkoelende
leuk of leuke overkoelende
Vet of vette overkoelende
Snel of snelle overkoelende
Wit of witte overkoelende
Klein of kleine overkoelende
Rood of rode overkoelende
Dik of dikke overkoelende
Oud of oude overkoelende
Goed of goede overkoelende
Wat rijmt er op overkoelende
Elk of elke: Elke overkoelende
Aanwijzend voornaamwoord: Die overkoelende
Bezittelijk voornaamwoord: Onze overkoelende
Wat rijmt er op overkoelende
Oefening van de dag