De of het paaslelie?
De paaslelie
Is het de of het paaslelie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de paaslelie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Easter lily
Deutsch: Osterlilie | Bekijk of het der of die Osterlilie is.
Français: Lis de Pâques | Bekijk of het Le o La Lis de Pâques is.
Jou of jouw: jouw paaslelie
Buigings-e:
Mooi of mooie paaslelie
Groot of grote paaslelie
Half of halve paaslelie
Grappig of grappige paaslelie
Leeg of lege paaslelie
leuk of leuke paaslelie
Vet of vette paaslelie
Snel of snelle paaslelie
Wit of witte paaslelie
Klein of kleine paaslelie
Rood of rode paaslelie
Dik of dikke paaslelie
Oud of oude paaslelie
Goed of goede paaslelie
Wat rijmt er op paaslelie
Elk of elke: Elke paaslelie
Aanwijzend voornaamwoord: Die paaslelie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze paaslelie
Wat rijmt er op paaslelie
Buigings-e:
Mooi of mooie paaslelie
Groot of grote paaslelie
Half of halve paaslelie
Grappig of grappige paaslelie
Leeg of lege paaslelie
leuk of leuke paaslelie
Vet of vette paaslelie
Snel of snelle paaslelie
Wit of witte paaslelie
Klein of kleine paaslelie
Rood of rode paaslelie
Dik of dikke paaslelie
Oud of oude paaslelie
Goed of goede paaslelie
Wat rijmt er op paaslelie
Elk of elke: Elke paaslelie
Aanwijzend voornaamwoord: Die paaslelie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze paaslelie
Wat rijmt er op paaslelie
Oefening van de dag