De of het personenmobiliteit?
De personenmobiliteit
Is het de of het personenmobiliteit
In de Nederlandse taal gebruiken wij de personenmobiliteit.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: people mobility
Jou of jouw: jouw personenmobiliteit
Buigings-e:
Mooi of mooie personenmobiliteit
Groot of grote personenmobiliteit
Half of halve personenmobiliteit
Grappig of grappige personenmobiliteit
Leeg of lege personenmobiliteit
leuk of leuke personenmobiliteit
Vet of vette personenmobiliteit
Snel of snelle personenmobiliteit
Wit of witte personenmobiliteit
Klein of kleine personenmobiliteit
Rood of rode personenmobiliteit
Dik of dikke personenmobiliteit
Oud of oude personenmobiliteit
Goed of goede personenmobiliteit
Wat rijmt er op personenmobiliteit
Elk of elke: Elke personenmobiliteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die personenmobiliteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze personenmobiliteit
Wat rijmt er op personenmobiliteit
Buigings-e:
Mooi of mooie personenmobiliteit
Groot of grote personenmobiliteit
Half of halve personenmobiliteit
Grappig of grappige personenmobiliteit
Leeg of lege personenmobiliteit
leuk of leuke personenmobiliteit
Vet of vette personenmobiliteit
Snel of snelle personenmobiliteit
Wit of witte personenmobiliteit
Klein of kleine personenmobiliteit
Rood of rode personenmobiliteit
Dik of dikke personenmobiliteit
Oud of oude personenmobiliteit
Goed of goede personenmobiliteit
Wat rijmt er op personenmobiliteit
Elk of elke: Elke personenmobiliteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die personenmobiliteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze personenmobiliteit
Wat rijmt er op personenmobiliteit
Oefening van de dag