De of het plantdichtheid?
De plantdichtheid
Is het de of het plantdichtheid
In de Nederlandse taal gebruiken wij de plantdichtheid.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: density
Deutsch: Dichte | Bekijk of het der of die Dichte is.
Français: densité | Bekijk of het Le o La densité is.
Jou of jouw: jouw plantdichtheid
Buigings-e:
Mooi of mooie plantdichtheid
Groot of grote plantdichtheid
Half of halve plantdichtheid
Grappig of grappige plantdichtheid
Leeg of lege plantdichtheid
leuk of leuke plantdichtheid
Vet of vette plantdichtheid
Snel of snelle plantdichtheid
Wit of witte plantdichtheid
Klein of kleine plantdichtheid
Rood of rode plantdichtheid
Dik of dikke plantdichtheid
Oud of oude plantdichtheid
Goed of goede plantdichtheid
Wat rijmt er op plantdichtheid
Elk of elke: Elke plantdichtheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die plantdichtheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze plantdichtheid
Wat rijmt er op plantdichtheid
Buigings-e:
Mooi of mooie plantdichtheid
Groot of grote plantdichtheid
Half of halve plantdichtheid
Grappig of grappige plantdichtheid
Leeg of lege plantdichtheid
leuk of leuke plantdichtheid
Vet of vette plantdichtheid
Snel of snelle plantdichtheid
Wit of witte plantdichtheid
Klein of kleine plantdichtheid
Rood of rode plantdichtheid
Dik of dikke plantdichtheid
Oud of oude plantdichtheid
Goed of goede plantdichtheid
Wat rijmt er op plantdichtheid
Elk of elke: Elke plantdichtheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die plantdichtheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze plantdichtheid
Wat rijmt er op plantdichtheid
Oefening van de dag