De of het ploegactiviteit?
De ploegactiviteit
Is het de of het ploegactiviteit
In de Nederlandse taal gebruiken wij de ploegactiviteit.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: team activity
Jou of jouw: jouw ploegactiviteit
Buigings-e:
Mooi of mooie ploegactiviteit
Groot of grote ploegactiviteit
Half of halve ploegactiviteit
Grappig of grappige ploegactiviteit
Leeg of lege ploegactiviteit
leuk of leuke ploegactiviteit
Vet of vette ploegactiviteit
Snel of snelle ploegactiviteit
Wit of witte ploegactiviteit
Klein of kleine ploegactiviteit
Rood of rode ploegactiviteit
Dik of dikke ploegactiviteit
Oud of oude ploegactiviteit
Goed of goede ploegactiviteit
Wat rijmt er op ploegactiviteit
Elk of elke: Elke ploegactiviteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die ploegactiviteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ploegactiviteit
Wat rijmt er op ploegactiviteit
Buigings-e:
Mooi of mooie ploegactiviteit
Groot of grote ploegactiviteit
Half of halve ploegactiviteit
Grappig of grappige ploegactiviteit
Leeg of lege ploegactiviteit
leuk of leuke ploegactiviteit
Vet of vette ploegactiviteit
Snel of snelle ploegactiviteit
Wit of witte ploegactiviteit
Klein of kleine ploegactiviteit
Rood of rode ploegactiviteit
Dik of dikke ploegactiviteit
Oud of oude ploegactiviteit
Goed of goede ploegactiviteit
Wat rijmt er op ploegactiviteit
Elk of elke: Elke ploegactiviteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die ploegactiviteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ploegactiviteit
Wat rijmt er op ploegactiviteit
Oefening van de dag