De of het projectdefenitie?
De projectdefenitie
Is het de of het projectdefenitie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de projectdefenitie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: project defenition
Jou of jouw: jouw projectdefenitie
Buigings-e:
Mooi of mooie projectdefenitie
Groot of grote projectdefenitie
Half of halve projectdefenitie
Grappig of grappige projectdefenitie
Leeg of lege projectdefenitie
leuk of leuke projectdefenitie
Vet of vette projectdefenitie
Snel of snelle projectdefenitie
Wit of witte projectdefenitie
Klein of kleine projectdefenitie
Rood of rode projectdefenitie
Dik of dikke projectdefenitie
Oud of oude projectdefenitie
Goed of goede projectdefenitie
Wat rijmt er op projectdefenitie
Elk of elke: Elke projectdefenitie
Aanwijzend voornaamwoord: Die projectdefenitie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze projectdefenitie
Wat rijmt er op projectdefenitie
Buigings-e:
Mooi of mooie projectdefenitie
Groot of grote projectdefenitie
Half of halve projectdefenitie
Grappig of grappige projectdefenitie
Leeg of lege projectdefenitie
leuk of leuke projectdefenitie
Vet of vette projectdefenitie
Snel of snelle projectdefenitie
Wit of witte projectdefenitie
Klein of kleine projectdefenitie
Rood of rode projectdefenitie
Dik of dikke projectdefenitie
Oud of oude projectdefenitie
Goed of goede projectdefenitie
Wat rijmt er op projectdefenitie
Elk of elke: Elke projectdefenitie
Aanwijzend voornaamwoord: Die projectdefenitie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze projectdefenitie
Wat rijmt er op projectdefenitie
Oefening van de dag