De of het rechtspraak?
De rechtspraak
Is het de of het rechtspraak
In de Nederlandse taal gebruiken wij de rechtspraak.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: jurisdiction
Deutsch: Zuständigkeit | Bekijk of het der of die Zuständigkeit is.
Français: juridiction | Bekijk of het Le o La juridiction is.
Jou of jouw: jouw rechtspraak
Buigings-e:
Mooi of mooie rechtspraak
Groot of grote rechtspraak
Half of halve rechtspraak
Grappig of grappige rechtspraak
Leeg of lege rechtspraak
leuk of leuke rechtspraak
Vet of vette rechtspraak
Snel of snelle rechtspraak
Wit of witte rechtspraak
Klein of kleine rechtspraak
Rood of rode rechtspraak
Dik of dikke rechtspraak
Oud of oude rechtspraak
Goed of goede rechtspraak
Wat rijmt er op rechtspraak
Elk of elke: Elke rechtspraak
Aanwijzend voornaamwoord: Die rechtspraak
Bezittelijk voornaamwoord: Onze rechtspraak
Wat rijmt er op rechtspraak
prijsrechtspraak - bestuursrechtspraak - tuchtrechtspraak -
Buigings-e:
Mooi of mooie rechtspraak
Groot of grote rechtspraak
Half of halve rechtspraak
Grappig of grappige rechtspraak
Leeg of lege rechtspraak
leuk of leuke rechtspraak
Vet of vette rechtspraak
Snel of snelle rechtspraak
Wit of witte rechtspraak
Klein of kleine rechtspraak
Rood of rode rechtspraak
Dik of dikke rechtspraak
Oud of oude rechtspraak
Goed of goede rechtspraak
Wat rijmt er op rechtspraak
Elk of elke: Elke rechtspraak
Aanwijzend voornaamwoord: Die rechtspraak
Bezittelijk voornaamwoord: Onze rechtspraak
Wat rijmt er op rechtspraak
prijsrechtspraak - bestuursrechtspraak - tuchtrechtspraak -
Oefening van de dag