De of het rijksacedemie?
De rijksacedemie
Is het de of het rijksacedemie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de rijksacedemie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: government chemistry
Jou of jouw: jouw rijksacedemie
Buigings-e:
Mooi of mooie rijksacedemie
Groot of grote rijksacedemie
Half of halve rijksacedemie
Grappig of grappige rijksacedemie
Leeg of lege rijksacedemie
leuk of leuke rijksacedemie
Vet of vette rijksacedemie
Snel of snelle rijksacedemie
Wit of witte rijksacedemie
Klein of kleine rijksacedemie
Rood of rode rijksacedemie
Dik of dikke rijksacedemie
Oud of oude rijksacedemie
Goed of goede rijksacedemie
Wat rijmt er op rijksacedemie
Elk of elke: Elke rijksacedemie
Aanwijzend voornaamwoord: Die rijksacedemie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze rijksacedemie
Wat rijmt er op rijksacedemie
Buigings-e:
Mooi of mooie rijksacedemie
Groot of grote rijksacedemie
Half of halve rijksacedemie
Grappig of grappige rijksacedemie
Leeg of lege rijksacedemie
leuk of leuke rijksacedemie
Vet of vette rijksacedemie
Snel of snelle rijksacedemie
Wit of witte rijksacedemie
Klein of kleine rijksacedemie
Rood of rode rijksacedemie
Dik of dikke rijksacedemie
Oud of oude rijksacedemie
Goed of goede rijksacedemie
Wat rijmt er op rijksacedemie
Elk of elke: Elke rijksacedemie
Aanwijzend voornaamwoord: Die rijksacedemie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze rijksacedemie
Wat rijmt er op rijksacedemie
Oefening van de dag